9 September 2014 09:30 | Auditorium KBC

Bijdrage



Deel Op

Cornelio Sommaruga

Voormalig president van het Internaal Comité van het Rode Kruis, Zwitserland
 biografie

Ik vind het een hele eer te bemiddelen in het Panel dat de Gemeenschap van Sant’Eigidio wil wijden aan 100 jaar na Wereldoorlog I: ontwapening is mogelijk. Wat ons onmiddellijk opvalt, is dat het hier niet gaat om een vraag. Ontwapening is mogelijk wordt hier bedoeld in de bevestigende zin.

Ik zal eerst vertellen wie ik ben. Ik ben een Italiaans sprekende, Zwitserse advocaat van de universiteit van Zurich, een voormalig Zwitsers diplomaat, eerst in conventionele bilaterale diplomatie, dan in handelsdiplomatie ( waardoor ik ambassadeur in handelsovereenkomsten en dan Staatssecretaris van Economische Zaken van Zwitserland ben geworden) en als laatste in humanitaire diplomatie (waardoor ik uitgeroepen ben als voorzitter van het Internationale Comité van het Rode Kruis, 13 jaar lang). Na het einde van dit ICRC voorzitterschap, ben ik actief op het vlak van ontmijning, van mensenrechten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en als laatste in de voormalige Morele Herbewapening, nu Initiatives of Change genaamd, waarvan ik de erevoorzitter ben. Maar het allerbelangrijkste is mijn vriendschap met de Gemeenschap van Sant’Egidio, die ik ken sinds hun geslaagde Mozambikaanse vredesonderhandelingen. Dit is de 16de keer dat ik deelneem aan de internationale ontmoeting Uomini e Religioni.

Niemand van ons was getuige van de start van Wereldoorlog I (die begon met de moord in Sarajevo, of the oorlogsverklaring van keizer Franz-Joseph aan Servië op 28 juli 1914). Nochtans zijn we ons wel bewust van de verschrikkelijke gevolgen van dit wereldwijde gewapende conflict dat op 4 jaar tijd heeft geleid tot miljoenen doden, ernstig gewonden en verminkte mensen. Honderdduizenden vrouwen werden weduwe en ontelbare kinderen werden wees. Het leven van een strijdende soldaat was niets waard: het was immers geen oorlog tussen mensen maar tussen staten!

Als voormalig voorzitter van het ICRC, weet ik dat Henry Dunant reeds in 1862 gewaarschuwd had dat door de nieuwe technologie oorlog voeren nog barbaarser zou worden. Dit was zeker het geval in Wereldoorlog I waar onder andere vliegtuigen, zwaar geschut en ook chemische wapens werden ingezet. De voorspelling van de oprichter van het Rode Kruis blijft ook actueel aan het begin van de 21ste eeuw.

Op initiatief van het ICRC werd het Protocol van Genève over chemische wapens ondertekend, in het kader van de Volkenbond. Dit werd gevolgd door de Biologische Wapenconventie in 1972 binnen de VN.

Het is inderdaad zo dat er na Wereldoorlog II veel pogingen werden ondernomen om tot een totale, evenwichtige en gecontroleerde ontwapening te komen, maar de resultaten bleven uit aangezien het VN-wapenverdrag al jaren geblokkeerd wordt door de vereiste eenstemmigheid, waardoor men het zelfs over de agenda niet eens raakt. Het valt niet te ontkennen dat de enorme toename van wapens een ernstige bedreiging vormt voor de stabiliteit en de vrede. Het buitensporig inslaan en achteloos verhandelen van wapens is moreel niet verantwoord. Men kan wapens niet behandelen als goederen in de internationale handel. 

Er is wel vooruitgang geboekt inzake de niet-verspreiding van kernwapens, hoewel ik betreur dat – vanwege de catastrofale humanitaire gevolgen die elk gebruik van kernwapens inhouden – het gebruik van kernwapens niet expliciet is verboden door het internationaal humanitair recht, zeker na het einde van de Koude Oorlog. Het verheugt me vast te stellen dat de rode kruis- en de Rode Halve Maanbeweging een 4-jaren actieplan hebben uitgewerkt om kernwapens te bannen. 

Nu is wel al de Biologische Wapenconventie ondertekend. Ook de afronding van de overeenkomsten betreffende ontplofbare oorlogsresten, antipersoonsmijnen en clustermunitie is positief alsook de ondertekening van het Wapenhandelsverdrag. Ik associeer deze verdragen met humanitaire ontwapening. Onder de huidige omstandigheden moet men de wapen producerende landen wijzen op hun verantwoordelijkheid om verspreiding van kleine en lichte wapens onder niet staatsgebonden strijdende groepen te vermijden.  

We kunnen hieruit besluiten dat een enorme verantwoordelijkheid tegenover de mensheid ligt bij die landen die massavernietigingswapens bezitten. Het hoofddoel is het verbannen van de productie, verkoop, import, export, inslaan van en gebruik van alle wapens! Maar een aanhoudende ontwapening vereist een degelijk politiek engagement, alsook menselijke en financiële middelen en de steun van de Almachtige, die we altijd om hulp moeten bidden.

Ik wil ook nog zeggen dat een overeenkomst inzake ontwapeningsmaatregelen niet altijd wil zeggen dat deze maatregelen ook werkelijk worden toegepast.

Er hangt een inscriptie aan het stadshuis van mijn thuisstad Lugano: IN LEGIBUS LIBERTAS; QUID LEGES SINE MORIBUS ET FIDES SINE OPERIBUS? Wat vrij vertaald wil zeggen:  IN WETTEN IS DE VRIJHEID; WAT ZIJN WETTEN ZONDER ZEDEN EN WAT IS TROUW ZONDER DADEN?

Het is nu aan jullie, gedistingeerde collega-panelleden, om jullie mening te uiten, vooral over de vraag of ontwapening echt mogelijk is!