Deel Op

Gwenolé Jeusset

Franciscan friars, Turkey
 biografie

Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog werd mijn grootvader langs moederzijde door de Duitsers gevangen genomen, na in de loopgraven met gifgas te zijn bestookt. Toen hij later terugging naar zijn dorp, wilde hij in een café een glas gaan drinken met de vrienden die hem aan het station waren komen oppikken, maar die zeiden hem: “Neen, Jean-Marie, we gaan onmiddellijk naar je vrouw toe; want zij is er echt niet goed aan toe.” Zij was 33 jaar. Ze is toen nog voor de dageraad gestorven. Hij stierf op 53-jarige leeftijd aan een zonneslag op het veld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Had hij zich ooit kunnen inbeelden dat zijn kleinkinderen de verzoening tussen Frankrijk en Duisland zouden meemaken? De hoop maakt deel uit van mijn levensvreugde.

Ik zou op het hema van deze rondetafel willen benaderen door, vanuit de ervaring van 45 jaar verbondenheid van christelijke- en moslimgemeenschappen, in te gaan op wat mij nodig lijkt om tot een echte dialoog te komen. We zeggen doorgaans dat er geen vrede is zonder dialoog. Maar ik voeg eraan toe dat er geen dialoog is zonder ontmoeting.

Je kan het geweld van de andere een poosje tot zwijgen brengen met sterkere oorlogswapens, maar je kan maar tot vrede komen met de wapens van de vrede. Sinds decenia voelen wij aan dat de vrede het resultaat is van dialoog, zowel onder landen en personen als onder verschillende groepen van mensen daar tussenin. Wij weten intussen ook hoe belangrijk de interreligieuze dialoog is om aan te tonen dat misbruik van de naam van God om geweld tegen de andere te rechtvaardigen, de grootste belediging is die je onze God kunt aandoen, want we kennen zijn barmhartigheid en tederheid.

Toen de aartsbisschop in 1969, zes maanden na mijn aankomst in Ivoorkust, een commissie voor de relatie met de moslims wilde oprichten, vroeg hij aan de fransciscanen om een lid van hun gemeenschap aan te wijzen. Het lot viel op mij. Hoewel ik niet de minste vorming in islamologie had, ging ik er voor. Ik maakte kennis met een oude Malinese moslim die meer van ontmoeting dan van dialoog sprak. Ik heb dat woord ontmoeting nooit meer losgelaten, ik laat het vandaag nog minder los dan ooit tevoren.

Dialoog is natuurlijk een prachtig woord maar vele mensen denken daarbij aan discussies en dan is de polemiek nooit ver weg. Het woord dialoog is prachtig maar opdat de dialoog echt zou zijn, is het wenselijk ertoe te komen zonder je ervan bewust te zijn. De groepen die dialogeren zijn vriendengroepen. Er is geen dialoog zonder ontmoeting, respectvolle luisterbereidheid voor de andere en de wens tot verbroedering.

De wereld sterft aan een gebrek aan broederlijkheid. Ik heb recent een anonieme brief ontvangen waarvan de auteur met “je dienaar” tekent, maar tegelijk stelt dat ik een afvallig priester ben omdat ik meeheul met de vijand. In plaats van een nieuwe slag bij Lepanto voor te bereiden, zoek ik inderdaad liever mijn heil bij de grote ontmoeting in Assisi in 1986. De man was in mei jongstleden op de voorstelling van mijn boek en – vastgelopen in zijn vooroordelen – schrijft hij mij dat hij meteen doorhad dat mijn vriend Saïd die naast mij zat, een hypocriet was, want voor hem zijn ze vanzelfsprekend “allemaal dezelfde”.

Veralgemeningen zijn altijd onrealistisch, zowel die van hij die denkt dat de ander altijd goed is van wie denkt dat de andere altijd slecht is. De beide veralgemeningen zijn onrealistisch maar de negatieve vealgemening leidt direct tot haat en tot oorlog. De oorlogsstoker heeft zondebokken nodig, daarom creëert hij ze zelf. Hij weigert elke mogelijkheid om zichzelf in vraag te stellen omdat zijn haat een dogma is geworden. Hij weigert elke mogelijkheid om de andere te ontmoeten door hem te diaboliseren.

Om tot een dialoog te komen, moet je de ontmoeting aandurven. Als een eerste potentiële partner weigert, met je herbeginnen met een andere en niet besluiten “dat je met deze mensen niets kunt aanvangen”. Je moet contact durven leggen en vervolgens luisteren naar de andere en naar zijn innerlijkheid. Uitzoeken welke waarden de ander beleeft, leidt tot vriendschap en naderhand tot broederlijkheid. Zo realiseer je een ware dialoog.

De wereld sterft door een gebrek aan broederlijkheid, maar ook door een gebrek aan contemplatie. Contemplatie van de levende God in de andere. In mijn spirituele weg met de gelovigen van de Islam in Istanboel heeft de Heer mij ertoe gebracht in contact te komen met een groep van Derwisj-dansers, discipelen van de grote mysticus Rumi van Konya. Toen ik er zeker van was dat ik bij mij bezoek aan de moskee als een christelijke broeder en niet als een potentiële bekeerling werd beschouwd, heb ik meer officieel gevraagd om te mogen bidden met mijn gelovige broeders. Sinds vele jaren vraagt men mij op de tribune als ik naar die gebedsmomenten ga. Daar; op die tribune; verenig ik mij zonder woorden noch gebaren met de gemeenschap waar de Heer mij door de Kerk naartoe gestuurd heeft. Ik ben priester door te bidden met het volk dat de mijne is geworden; samen brengen wij dank voor al wat goed is en bidden wij om genade voor ons allen.

Op deze spirituele weg van de ene naar de andere en samen naar God toe, komt deze groep van Derwisj mij en mijn franciscaanse broeders jaarlijks opzoeken voor een interreligieuze viering op 27 oktober, dag van de verjaardag van de interreligieuse ontmoeting van Assisi. Het eerste deel van de bijeenkomst wordt verzorgd door de minderbroeders, waarvan er telkens van verschillende continenten gekomen zijn voor een cursus over de dialoog. In het tweede deel maken we plaats voor de rituele draai-dans van de Derwisj. Daarna komen wij allemaal samen in de centrale beuk van onze kerk en naar de grote poort gekeerd zingen wij: “Heer, maak van ons bewerkers van vrede”. Ten slotte geven we elkaar een vredeskus.

In het kader van het jubileum van mijn priesterwijding heb ik aan mijn vriend voorgesteld om samen met hem naar Konya op pelgrimstocht te gaan. In mei van dit jaar hebben we dertig minuten in het mausoleum van zijn stichter naast elkaar samen stil gemediteerd. Nu overwegen we om samen het graf van Franciscus van Assisi op te zoeken, om daar dezelfde spirituele ervaring te beleven in ons gemeenschappelijk elan voor God. Wellicht zullen we er wel talrijker zijn. En als het God belieft, vieren we straks onze gemeenschapsviering in Rome en in Assisi.

Wij hebben de ontmoeting gerealiseerd, wij zijn in dialoog getreden en we zijn gekomen tot de grootst mogelijke eenheid in respect voor onze verschillende overtuigingen. Ik denk dat de weg van dialoog tussen gemeenschappen opborrelt uit de eenheid van al wie de haat overwint.

Overal wensen moeders vrede, maar wij luisteren niet genoeg naar hen.Eén van de drie Israëlische moeders waarvan de zoon vermoord werden, heeft gebeld met de moeder van de Palestijnse jongen die uit represaille in brand werd gestoken. Deze joodse en deze moslimvrouw doen me denken aan zovele christenen die de haat afwijzen en de vicieuze cirkel ervan . Elke keer weer hoor ik de Heilige Geest mij influisteren: “Contempleer wat hier gebeurt en doe voort, daar is het Evangelie.”